WO
MAART/APRIL
Eigen thema: gezondheid
We werken rond verschillende thema's:
Het lichaam:
- we leren de lichaamsdelen herkennen en benoemen.
- we duiden ze aan op ons lichaam (met gesloten ogen).
- we tekenen ons silhouet op behangpapier en we kleven er de juiste naam bij.
Handen wassen:
- We leren kennis maken met Handige Hans.
- We leren hoe we onze handen moeten wassen. We oefenen dit ook in de klas.
- We leren waarom we onze handen moeten wassen.
- We maken een memory.
Tanden poetsen:
- We leren in de klas onze tanden poetsen: we gebruiken een stappenplan.
- We leren over het volwassen en het melkgebit.
- Welke tandenborstel is nog goed?
- Hoeveel tandpasta gebruiken we?
- Welke soorten tanden hebben we? Hoeveel hebben we er in het totaal?
- Welke soorten tanden hebben we? Hoeveel hebben we er in het totaal?
- Welke voeding is gezond of ongezond voor onze tanden?
- We maken een tandenzakje.
JANUARI/FEBRUARI
Eigen thema: voeding: fruit en groenten
- DGM: fruit snijden en fruitbrochettes maken. - Fruit proeven: is het lekker of is het niet lekker?- Woordparaplu maken: wat is fruit en wat is een groente?- Hoe groeien groenten?- Welke voeding is gezond of ongezond?
NOVEMBER/DECEMBER
Thema: dieren in de nacht
- Het verhaal: Pakjes in het woud. - We leren over dieren: de vleermuis, de uil, de vos, de wolf,... - Welke dieren zijn nachtdieren? - Welke beroepen kennen we die 's nachts werken? - Kalender voor de Sint.- Verkeer: heb jij mij gezien?
OKTOBER/NOVEMBER
Thema: de pompoen en de herfst
- Het verhaal: het geheim van de pompoenen.
- Onderzoek van de pompoen met de 5 zintuigen: horen, voelen, ruiken, proeven en zien.
- We maken pompoensoep in DGM.
- We bekijken het weer van dichterbij.
- We bespreken het seizoen herfst: welke kledij hoort daarbij?
- We benoemen de voornaamste zaken over de herfst: de boom, de boomstam, de takken, de bladeren,...
- We bekijken de bladeren en de noten van dichtbij.
- We gaan op herfstwandeling.
- We gaan op uitstap naar Tiegembos.
SEPTEMBER
Thema: ruimte
- Ze oriënteren zich in de klas en op school.
- We gebruiken en oefenen de bijhorende ruimtelijke begrippen (voor, achter, links, rechts, boven, onder,...)
- Ze kunnen een mentaal standpunt innemen.
- We maken een maquette van de klas per 2. Zo verhogen we het inzicht in onze klas: waar staat wat?
- We leggen de link tussen de werkelijke klas en de maquette.